Stilte
De zon schijnt, het waait zachtjes. Met een dekentje om me heen zit ik op mijn balkon, kijkend naar de zonovergoten bomen.
Ik zoek een lekker muziekje om vervolgens lekker in mijn boek te kunnen duiken. Scrollend ga ik door mijn playlist en hop van de ene mogelijkheid naar de ander tot ik het perfecte startmuziekje gevonden heb. Mijn duim blijft boven m’n scherm zweven, drukt nog niet op “play”.
Mijn balkon kijkt uit op een pleintje met daarachter een behoorlijk drukke weg. Altijd is er -naast fluitende vogels- wel het geraas van verkeer te horen, het geluid van kletsende jongeren bij het bankje en van spelende kinderen. Ik luister en hoor niks. Zelfs de vogels zijn stiller dan anders. Complete stilte, af en toe een auto die voorbij rijdt, niemand op straat.
Het is het straatbeeld zoals dat momenteel wereldwijd te zien is. Ik vind de stilte heerlijk en tegelijkertijd voel ik me unheimisch. Al dagen is er geen fysiek contact met anderen. Alle interactie vindt plaats via een scherm of met minimaal twee meter afstand.
Ik heb altijd al goed alleen kunnen zijn, ondergedompeld in een serie of boek en luisterend naar fijne muziek. Toch mis ik het nu, dat fysieke contact, de interactie. Wat maakt het nu anders? Ik staar een paar minuten voor me uit en dan valt het antwoord me binnen. Het is anders doordat er geen keuze is. Geen keuze tussen wel of niet lekker socializen. Geen keuze tussen samen met vrienden ergens een hapje te gaan eten of lekker zelf te koken voor diezelfde vrienden. Ik kook voor mezelf en eet alleen.
Ik vind het lastig en fijn tegelijkertijd: ik móet niks, maar ik mág ook niks. Ik volg mijn eigen ritme, doe waar ik blij van word op het moment dat een idee in me opkomt en voel me enorm ontspannen. Soms is er ook ineens onrust, verbazing en angst voor wat er misschien nog komen gaat.
Ik surf zo goed en zo kwaad als ik kan mee op die golven van blijheid, stilte en onrust. Ik zal ongetwijfeld nog regelmatig van m’n surfplank vallen om er vervolgens toch maar weer op te klimmen, al dan niet met behulp van de wel aanwezige communicatiemiddelen.
Ik kijk weer naar de zonovergoten bomen. Mijn duim drukt op “play” en ik sla mijn boek open.